Online marketing definitielijst.

De definitie van de online marketing termen die je vaak tegen gaat komen.

De online marketing wereld ontwikkelt zich continu en dat betekent dat er steeds meer nieuwe begrippen ontstaan. Op deze pagina vind je onze woordenlijst. Zodat je altijd weet waar het over gaat! Zie jij een woord niet in deze lijst staan? Laat het ons weten! Dan voegen we hem toe…

01 (Redirect): Een stukje code wat ervoor zorgt dat een bezoeker automatisch wordt doorverwezen van de oorspronkelijke url naar een andere url. Een 301 redirect is belangrijk voor SEO, omdat de 301 de huidige SEO waarde van de oorspronkelijke url meeneemt naar de nieuwe url.

404 Pagina: Een technische benaming van een melding dat de bezochte pagina niet langer bestaat.

A

Above the fold: Het bovenste deel van een websitepagina of advertentie. Dit is het gedeelte wat de bezoeker ziet zonder te scrollen. Dit gedeelte wordt als meest waardevol gezien.

Acquisition costs per sale: Het bedrag dat een bedrijf kwijt is om één verkoop of één klant binnen te halen.

Advertentiegroepen: Groepen die ervoor zorgen dat de opgebouwde structuur van het Google Ads account bewaard blijft. Een advertentiegroep bevat één of meer advertenties die een gezamenlijke reeks zoekwoorden targeten. Het is dus een specifieke groep waarin alle gerelateerde trefwoorden staan met betrekking tot het gewenste onderwerp. Een advertentiegroep komt onder de keyword bucket (campagne) te staan.

Affiliatemarketing campagne: Een campagne die valt onder betaalde media. Men kan via een affiliate bedrijf advertenties in de vorm van banners aanbieden op hun platform, waar men voor betaalt op het moment dat erop geklikt wordt. De banners worden vervolgens getoond aan bezoekers van de website. Hiermee worden leads binnengehaald via een derde partij.

Alt-tag: Een stukje tekst wat je toevoegt aan een afbeelding. Door een alt-tag weten zoekmachines waar de afbeelding over gaat en wordt de afbeelding beter vindbaar.

Audiences: Een samengestelde doelgroep waar met betaalde media op ingezet kan worden. Een audience kan worden opgebouwd uit interessegebieden, demografische factoren of andere datastromen.

B

Backlinks: Alle links van andere websites naar jouw website. Backlinks zijn erg belangrijk voor je SEO. Hoe meer backlinks je hebt, des te hoger jouw website wordt gewaardeerd. Elke backlink heeft een eigen waarde. Hoe hoger de waarde, hoe meer de link bijdraagt aan de ranking van je website.

Benchmark: De prestaties van de website en social media kanalen vergelijken met de prestaties van branchegenoten. Hierdoor beschikt men over waardevolle context die gebruikt wordt om zinvolle doelen te stellen t.o.v andere bedrijven. Daarnaast geeft het inzicht in trends die zich in de branche voordoen. Men kan ook zien hoe de concurrentie scoort op verschillende vlakken, bijvoorbeeld hoe een soortgelijke website gemiddeld scoort op het bereiken van bezoekers.

Bereik: Het totale aantal unieke bezoekers dat een website bezoekt, ook wel traffic genoemd. Het wordt ook gebruikt om het aantal unieke personen weer te geven dat een online advertentie ziet, die de social media kanalen bezoeken van een bedrijf of een nieuwsbrief ontvangt.

Bezoek: Het weergeven van de pagina of verschillende pagina’s door een bezoeker. Het bezoek wordt vastgelegd wanneer de bezoeker de browser sluit, de website verlaat of 30 minuten inactief is geweest. Een bezoek wordt ook wel een sessie genoemd.

Bezoeker: Een gebruiker die vanaf een IP-uniek adres de website bezoekt. Deze wordt dan geregistreerd als bezoeker. Het totale aantal unieke bezoekers wordt het bereik genoemd.

Biedstrategie: Een manier om je biedingen binnen Google Ads in te zetten met een bepaald doel. Er zijn verschillende groepen biedstrategieën met allemaal een ander doel: richten op zichtbaarheid, op meer klikken of op conversies.

Bookmark: Een opgeslagen webpagina binnen een webbrowser.

BOPIS (Buy Online, Pickup in Store): Dit zorgt ervoor dat klanten hun producten online kopen om deze vervolgens fysiek op een locatie op te halen.

Bouncepercentage: Het percentage bezoekers dat een website direct verlaat zonder door te klikken naar andere pagina’s. Er wordt dus maar één pagina van de website geladen door de bezoeker die deze vervolgens direct verlaat.

Bookmark: Een opgeslagen webpagina binnen een webbrowser.

C

Call-to-action: Een aanzet tot actie in bijvoorbeeld een advertentie, blog of e-mail. Dit kunnen afbeeldingen, teksten of knoppen zijn die de bezoeker overhalen om een specifieke actie te ondernemen. Voorbeelden hiervan zijn: “klik hier voor meer informatie” of “meld je aan”.

Canonicals: Een HTML code dat duplicate content voorkomt. Door het toevoegen van een canonical op een pagina, geef je aan dat Google die pagina moet indexeren en niet die andere pagina waar dezelfde tekst op staat.

Churn: Het aantal klanten dat na één aankoop of na afloop van een abonnement niet verder besluit af te nemen bij het bedrijf. Dit wordt altijd in een percentage weergegeven.

Community: Een gemeenschap die bestaat uit mensen met dezelfde interesses, bijvoorbeeld een probleem of een passie. Deze mensen gaan (online) met elkaar in gesprek, wisselen informatie uit en leren van elkaar.

Community Building: Het bouwen van een gemeenschap, de community. Dit kan voor verschillende doeleinden ingezet worden, bijvoorbeeld voor de communicatie met klanten, het samenbrengen van gelijkstemde mensen, aandacht geven aan het merk of om de sociale aanwezigheid van een bedrijf vergroten.

Contactmomenten: De momenten (ook wel touchpoints genoemd) waarop de klant iets hoort, ziet, leest of vraagt over het product of dienst van het bedrijf. Dit is het moment waarbij de klant in aanraking komt met uitingen van het bedrijf.

Content: Informatie die online gedeeld wordt en de vertaling is tussen de wensen van de klant en de doelen van het bedrijf. De content kan worden aangeboden in de vorm van tekst, beeld en geluid of een mix daarvan. Video’s, artikelen, infographics, animaties, foto’s en geluidsfragmenten zijn voorbeelden van content.

Content marketing: Een vorm van marketing waarbij op verschillende manieren waardevolle ‘content’ verspreid kan worden met als doel om de beoogde doelgroep hiermee aan te spreken en aan te zetten tot actie. Content marketing is zowel offline- als online te vinden en kan verspreid worden door middel van audio, video, foto’s, teksten, nieuws- en blogberichten, whitepapers, case-study’s en elke andere vorm van media en communicatie.

Contentstrategie: De planmatige aanpak van de productie, het publiceren en het beheren van nuttige en bruikbare content en bijdraagt aan het halen van marketingdoelstellingen. Het is een strategische keuze die de uitvoering van de contentmarketing vastlegt zodat men structureel toe kan werken naar een betere inhoud. Door een contentstrategie te hanteren laat men content beter aansluiten op de doelgroep. Dit geldt voor content op bijvoorbeeld de website en social media.

Conversie: Het moment waarop een bezoeker overgaat tot een transactie. De transactie kan een aankoop zijn maar ook een bezoeker die zich inschrijft voor een nieuwsbrief, het doorklikken op de website of het kijken van een video. Wat de conversie moet zijn, is afhankelijk van het vooraf vastgestelde doel van de website. Conversie is dus de actie waarvan men wilt dat deze gedaan wordt op de website.

Cookie: Een bestand dat op de computer van de bezoeker opgeslagen wordt met als belangrijkste functie om bezoekers van elkaar te onderscheiden. Een cookie zorgt ervoor dat de websitegegevens onthouden worden. In Nederland zijn websites verplicht mensen te informeren dat hun gegevens opgeslagen worden door de website en vanaf 25 mei 2018 is het verplicht om een cookie verklaring op de website te hebben.

Cost per Mille (CPM): Een afrekenmodel voor online adverteren. Bij cost per mille betaalt de adverteerder een vergoeding voor elke 1000 vertoningen van een advertentie.

Crawlen: Een methode waarbij verschillende bots van de zoekmachine verschillende websites doorzoeken oma deze vervolgens te indexeren.

Cross selling: Men probeert aan bestaande klanten ook andere producten te verkopen, vaak gaat het dan om aanvullende artikelen ten opzichte van het hoofdartikel. Een voorbeeld hiervan is een bank die naast een spaarrekening ook een hypotheek of verzekering te verkopen aan dezelfde klant door hem te binden. Een ander voorbeeld is een klant die een kostuum koopt waar de verkoper hem ook een stropdas bij probeert te verkopen.

Click Through Rate (CTR): Een percentage dat de verhouding weergeeft tussen het aantal mensen dat een uiting van een banner of tekstlink ziet en het aantal mensen dat er daadwerkelijk op klikt. Een CTR van 2% geeft dus aan dat van de 1.000 bezoekers die de uiting hebben gezien, twintig bezoekers op de uiting geklikt heeft.

CPA (Cost Per Action): Deze term wordt doorgaans vergeleken met een CPS (Cost per Sale) of CPL (Cost Per Lead). Het gaat hier om de kosten die worden gemaakt bij een conversie of een specifieke actie.

CPC (Cost Per Click): De kosten die worden gemaakt voor het verkrijgen van klikken naar jouw website. Deze kosten worden voornamelijk berekend over de mediakosten.

CPO (Cost Per Order): De kosten die worden gemaakt bij een order of aankoop.

Cumulative Layout Shift (CLS): De mate van onverwachte verschuivingen in zichtbare elementen op elementen van een website / pagina. Een onverwachte verschuiving zorgt ervoor dat je niet het geen aanklikt dat je zou willen aanklikken. Dit is een negatieve gebruikerservaring en benadeelt hiermee je SEO. De CLS moet altijd onder 1 zitten, dit wordt door Google als positief bestempeld.

Customer Experience (CX): De ervaring die de klant heeft tijdens de verschillende contactmomenten van het bedrijf. Het is de som van alle belevingen tijdens de interactie met het merk, zowel online als offline. Het geheel van deze momenten in de customer journey vormen de customer experience. Het doel is om deze ervaring te laten aansluiten bij de propositie van het bedrijf.

Customer Journey (CJ): De weg die klanten afleggen op weg naar de aankoop. Binnen de customer journey zijn verschillende contactmomenten van belang, ook wel touchpoints genoemd, die bepalend zijn voor hoe de klant denkt of zich voelt. In het customer journey model wordt weergegeven wanneer en hoe de klant in aanraking komt met het bedrijf.

Customer Lifetime Value (CCLV): Een berekening van de netto-opbrengst van de klant de gehele periode dat deze klant is bij het bedrijf en loopt van kennismaking tot aan aankoop en de loyaliteitsfase. Deze waarde is van belang bij het bepalen van de online advertentiebudget.

D

Dashboard: Een overzichtspagina dat een visueel overzicht laat zien van relevante data.

Development: Het vinden van groeimogelijkheden van de verkoop van producten bij klanten. Tijdens het ontwikkelen van producten is het mogelijk om te gaan upsellen of om cross sell in te zetten. Development doelt op klanten verder ontwikkelen; hierbij ligt de focus op upsell van een duurder product of cross sell van meerdere producten.

Direct verkeer: Bezoekers die rechtstreeks op de website terecht komen zijn direct verkeer. Dit ontstaat doordat ze bijvoorbeeld de URL van de website in de adresbalk van de browser te typen, de website bezoeken via een bookmark of klikken op niet-getagde links. Niet-getagde links zijn links zonder een UTM-code.

Display: Display is te ondershcieden in Display Advertising en Native Advertising genoemd. Het betreft de banners en content op apps en websites. Veel gebruikte netwerken voor de inzet hiervan zijn Outlook, Strossle, Plista & Google Smart Display.

Domeinautoriteit: Een cijfer tussen de 0 en de 100 die de SEO-kracht van de totale website weergeeft. Dit is een indicatie van hoe sterk je als website in de rankings naar voren komt. Hoe hoger het cijfer is, hoe hoger je in de zoekresultaten komt.

Doorklikken: Het klikken op een link waardoor men naar de website van het bedrijf gaat of een andere pagina dat in beheer is van het bedrijf.

Doorontwikkeling: Het traject waarin een product verder ontwikkeld wordt. Dit is vooral van toepassing op producten zoals een website of app waar verbeteringen in doorgevoerd kunnen worden.

Drop down menu: Dit wordt ook wel het hamburgermenu genoemd. Het is een menu dat uitklapbaar is door er met de muis overheen te gaan of erop te tikken. Op websites die geoptimaliseerd zijn voor mobiele apparaten wordt dit menu vaak weergegeven als een icoontje met drie streepjes onder elkaar. Via het menu kan men makkelijk navigeren naar andere pagina’s op de website.

Dynamische Ad: Een dynamische advertentie die automatisch wordt ingevuld op basis van de content op de website. Dynamische advertenties zijn bijvoorbeeld in Google Ads, Facebook Ads en LinkedIn Ads te vinden. Deze worden vaak gebruikt voor de verkoop van producten in een e-commerce omgeving.

E

Earned Media: Alle media-aandacht waar men niet voor hoeft te betalen en niet van het bedrijf zelf is. Denk aan recensies en online PR, maar ook aan retweets en het delen van Facebook posts uit eigen beweging van andere bedrijven of personen.

E-Commerce: Alle activiteiten die te maken hebben met aankopen op het internet. Vaak wordt E-Commerce alleen bestempeld als alle webshopactiviteiten.

ECPM (Effective Cost Per Mille): De effectieve gemiddelde kosten van een advertentie per 1000 vertoningen.

Enquête: Dit wordt ook wel een survey genoemd en is een vorm van onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van een vragenlijst die aan meerdere personen wordt voorgelegd. De vragenlijst kan aan de hele doelgroep gestuurd worden of via een steekproef aan een deel hiervan. De steekproef moet wel representatief zijn voor de hele doelgroep en groot genoeg zijn om excessen uit te sluiten. Enquêtes vallen onder kwantitatief onderzoek. Ze kunnen zowel online (e-mail, social media) als offline (tefefonisch, op straat) afgenomen worden.

Events: Gebruikersinteracties met content op een webpagina of een mobiel scherm die afzonderlijk kunnen worden bijgehouden. Downloads, klikken op mobiele advertenties, gadgets, Flash-elementen en weergaven van video-content zijn voorbeelden van acties die als events kunnen tellen in Google Analytics. Events worden ook wel ‘gebeurtenissen’ genoemd.

Exacte match: Zoekwoorden die precies overeenkomen met de zoekwoorden die klanten gebruiken. Zoekwoorden die een hoge frequentie en een hoog volume kennen, worden voornamelijk meegenomen. Bij de zoekwoordenanalyse is dit één van de onderdelen.

F

Facebook Business Manager: Een tool waar vanuit je één overzichtelijk dashboard voor alle advertenties en content binnen Facebook kan managen. Deze bevat uitgebreide rapportagemogelijkheden.

Feedback Tool: Een tool om op laagdrempelige wijze tips en ervaringen van bezoekers te kunnen verzamelen. Het bedrijf ontvangt daarmee waardevolle informatie om bijvoorbeeld negatieve berichten over het product van het bedrijf te voorkomen op social media. De tool wordt geïnstalleerd op de website of op apps.

First Contentful Paint (FCP): De tijd uitgedrukt in milliseconden wanneer er voor het eerst een visueel element wordt getoond op een website / pagina.

First Input Delay (FID): De vertraging in milliseconden van de tijd die zit tussen een interactie van een gebruiker en de tijd dat de website nodig heeft om de interactie uit te voeren.

Follow link: Een link die waarde toekent aan de autoriteit van een website. De link bevat ‘linkwaarde’ en is een waardevolle link voor zoekmachineoptimalisatie.

Funnel: Een model die de denkbeeldige klantreis van een bedrijf illustreert. Het heeft als doel om de bezoeker naar de onderkant van de funnel te krijgen, zodat zij daar overgaan tot actie conversie. De funnel kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden voor bedrijven.

G

Gebruikerstest: Een groep (potentiële) gebruikers die zich buigen over het product en/of uitingen en er gebruik van maken terwijl het bedrijf meekijkt. Zij geven hun mening en het bedrijf ziet wat er goed en minder goed werkt. Uit een gebruikerstest vergaart het bedrijf resultaten die inzicht geven in de verwachtingen van de gebruikers, de esthetische wensen en de benodigde functionaliteiten.

Gemiddelde sessieduur: De gemiddelde duur van een bezoek op de website door een bezoeker. Voor het berekenen van de sessieduur wordt in Google Analytics standaard uitgegaan van een maximale sessieduur van 30 minuten. Bij het verlaten van de website en binnen een half uur terug komen telt als éénzelfde bezoek. Deze lengte is aan te passen.

Google Ads: Een advertentieprogramma van Google waarmee bedrijven kunnen adverteren in de zoekresultaten. Men kiest zelf bij welke zoekopdrachten de advertentie vertoond wordt en wat daarvoor wordt betaald.

Google Analytics: Gratis programma van Google welke men kan gebruiken om vrijwel alle activiteiten naar, op en van de website te meten en inzichtelijk te maken. Het doel van dit product is om een duidelijk beeld te geven van onder andere de bezoekersstromen, verkeersbronnen en paginaweergaven.

Google Analytics 360: Een betaalde, uitgebreide versie van Google Analytics. De versie is aangevuld met een aantal tools die ingezet kunnen worden om de marketing en sales te optimaliseren.

Google Doubleclick Stack: Een tool waarin adverteerders de mogelijkheid hebben om hun advertenties op het juiste moment te verspreiden en zichtbaar te maken voor een specifieke doelgroep. Voor Display Advertising is Doubleclick een erg waardevol programma, omdat je dan op een geautomatiseerde manier advertentieruimte kan inkopen.

Google Search Console: Een tool van Google waarbij je de prestaties van je website kan meten binnen de zoekmachine.

Google Shopping: Een dienst binnen Google waarin producten direct worden aangeboden binnen deze zoekmachine. Dit helpt gebruikers bij het zoeken van online producten.

H

H1 kop (header tag): De hoofdkop van een tekst / pagina. De H1 kop is de meest belangrijke kop van een bepaalde pagina. Hier kan er ook maar één van zijn op een pagina. Met een header tag vertel je de zoekmachine waar de pagina over gaat.

Hamburgermenu: Zie drop down menu. Heatmap: Een weergave van alle muisklikken, muis- en scrollbewegingen van bezoekers op een specifieke webpagina. Op deze manier krijgt een bedrijf inzicht in welk onderdeel van de website de meeste aandacht trekt en waar men wel of niet op klikt. Dit werkt ook voor mobiele weergaves waarin het tikgedrag weergegeven wordt.

Heatmap: Een weergave van alle muisklikken, muis- en scrollbewegingen van bezoekers op een specifieke webpagina. Op deze manier krijgt een bedrijf inzicht in welk onderdeel van de website de meeste aandacht trekt en waar men wel of niet op klikt. Dit werkt ook voor mobiele weergaves waarin het tikgedrag weergegeven wordt.

Hotjar: Een programma dat geïnstalleerd wordt op de website en inzicht geeft in hoe gebruikers de website ervaren. Ze kunnen zelf feedback geven op hun ervaringen en het is mogelijk om een heatmap te maken. Er zijn meerdere mogelijkheden om feedback te verkrijgen van de websitegebruiker, bijvoorbeeld door een vraag te stellen aan de bezoeker, ze een volledige enquête te geven, een meerkeuze poll te laten zien of door de gebruiker uit te nodigen voor een gebruikerstest.

I

Influencer Marketing: Een vorm van content marketing waarbij je een influencer (persoon met veel invloed op een specifieke fanbase) inzet om content te maken en verspreiden over jouw product of merk. Influencer Marketing wordt vooral ingezet op social media.

Interactie: Het moment dat het bedrijf de dialoog aangaat met de klant en de klant daarop reageert. Dit kan via verschillende kanalen, zoals e-mail en social media maar ook alle andere momenten waarop contact is met de klant wordt interactie genoemd.

K

Keyword: Een zoekterm dat bestaat uit één of meerdere woorden. Bij meerdere woorden worden deze niet apart beoordeeld in de zoektocht maar als combinatie. Als bijvoorbeeld RED IVY opgezocht gaat worden, dan worden de twee woorden gekoppeld om zo waarde te geven aan de combinatie. Daardoor krijgt men resultaten over RED IVY en ontvangt hij niet alleen zoekresultaten voor het woord RED en apart voor het woord IVY.

Keyword bucket: De verschillende zoekwoorden die onder één campagne gezet worden. Het zoekwoord dat de klant gebruikt bij een zoekopdracht, levert verschillende resultaten op met dezelfde overeenkomst. Een voorbeeld is dat de klant het keyword “laptop” invoert bij Google. Dit zoekwoord wordt vervolgens gecombineerd met “laptop kopen”, “laptop online bestellen” en “laptop repareren”. Dit is de bucket met zoekwoorden die horen bij de campagne. Door gebruik te maken van buckets, komt er een goede structuur te staan in het Google Ads account.

Keyword stuffing: Een voorheen veelgebruikte SEO aanpak waarbij je overbodig veel zoekwoorden en zoektermen in een tekst gebruikt in de hoop dat je als website sneller stijgt in de zoekresultaten. Keyword stuffing is niet meer toegestaan volgens de richtlijnen van Google en straffen ze daardoor af.

Kwalitatieve links: Linken van websites met een hoge autoriteit die naar jouw website linken, bijvoorbeeld van nieuwswebsites en blogs. Doordat deze links een hoge domeinautoriteit hebben, geven zij ook veel waarde mee aan de link naar jouw platform.

L

Laadtijd: De tijd die nodig is om de hele website te laden. Des te hoger de tijd is, hoe meer gebruikers op voorhand afhaken. Daarnaast hecht Google waarde aan de laadtijd van de website. Websites met een lage laadtijd krijgen een betere ranking in Google.

Landing page: Een pagina waar een potentiële klant op terecht komt nadat hij een link gevolgd heeft, bijvoorbeeld door op een advertentie of een zoekresultaat te klikken. Deze pagina wordt dan ingezet om de bezoeker verder te helpen en uiteindelijk leidt de pagina naar een vooropgesteld doel.

Language tags: Een HTML code dat de zoekmachine laat weten welke versie hij moet tonen in combinatie met de taalinstelling van de gebruiker. Daarnaast zorgt de language tag ervoor dat dezelfde pagina in twee talen niet als duplicate content wordt gezien.

Largest Contentful Paint: De tijd die nodig is om het grootste content / visueel element op de website / pagina te laden.

Lazy Loading: Een techniek op websites waarbij het mogelijk is om het laden van content uit te stellen tot het moment dat de bezoeker bij die content komt. Hierdoor kan de laadtijd van een website verkleind worden.

Lead: Een aanvraag voor meer informatie over een product of dienst. Leads komen bijvoorbeeld binnen via een formulier op een website waarbij de afzender van de lead zijn gegevens achterlaat. Een lead is een potentiële klant.

Likers: Personen die een (bedrijfs)pagina op social media leuk vinden, liken. Zij volgen automatisch de pagina, maar hebben de keus om dit uit te zetten.

Linkbuilding: Alle activiteiten die de domeinautoriteit van een website kan verbeteren door links te genereren van andere websites naar de eigen website toe.

Linkwaarde: Een term binnen zoekmachineoptimalisatie. Wanneer een website veel backlinks heeft met veel ‘linkwaarde’, wordt de website beter vindbaar voor gebruikers in de zoekmachine.

Local Pack: Een overzicht in de zoekresultaten van de zoekmachine van lokale bedrijven. Dit is bij Google een combinatie tussen Google Maps en Google Mijn Bedrijf. Het optimaal inzetten van jouw gegevens binnen de Local Pack is onderdeel van de Local SEO aanpak.

Local SEO: Het optimaliseren van jouw SEO inzet op lokaal georiënteerde zoekwoorden en tool mogelijkheden. Hiermee zorg je ervoor dat de vindbaarheid van jouw website wordt vergroot in combinatie met jouw plaats / regio.

Long-tail keyword: Zoekopdrachten die bestaan uit vier of meer woorden.

Look a Like audience: Een doelgroep die overeenkomsten vertoond met een door jou aangeleverde doelgroep. Bijvoorbeeld: personen die lijken op jouw huidige klanten of personen die lijken op de personen die interactie heeft gehad met jouw content.

M

Massalinks: Linken die voornamelijk op verzamelpagina’s te vinden zijn zoals startpagina’s. Deze partijen maken overzichten van allerlei bronnen en linken. Het is relatief eenvoudig om een backlink op zo’n verzamelpagina te krijgen, al dan niet tegen betaling.

Meta data: Gegevens die de karakteristieken van bepaalde gegevens beschrijven. Het zijn dus eigenlijk data over data. Er wordt bijvoorbeeld in beschreven door wie het document gemaakt is, wanneer of in welke taal. Het kan worden gebruikt om informatie op te zoeken in een database of zoekmachine.

Meta Keywords: Woorden, keywords, die in de inhoud van de tekst van de website geplaatst worden en zo helpen om beter in de zoekresultaten te scoren. De keywords dienen per pagina te worden ingevuld zodat ze relevant zijn voor de specifieke pagina. De keywords worden in een Meta Tag gezet en tussen elk woord moet een komma worden geplaatst. Het belangrijkste woord dient als eerste genoemd te worden.

Meta Tag: Een veld in een tekstdocument van een website dat specifieke metadata bevat en daarmee zoekmachines van informatie over de website voorziet. Een document kan doorgaans meerdere Meta Tags bevatten die informatie geven.

Meta titel: Een meta titel is de kop van een zoekopdracht binnen zoekmachines. Een meta titel is erg belangrijk, omdat dit vaak het eerste is waar men naar kijkt wanneer zij iets opzoeken.

Meta omschrijving: Een stukje tekst onder de kop van een zoekopdracht binnen zoekmachines. Deze tekst geeft een beschrijving over jouw link en moet de gebruiker overtuigen om vervolgens op jouw link te klikken.

Minimum Viable Product: De minimale versie van het product om mee te kunnen starten. Het product heeft genoeg functies om vroege klanten tevreden te houden en kan daarnaast genoeg feedback leveren om het product door te ontwikkelen.

Mobile Friendly: Websites die zijn aangepast voor mobiele apparaten zoals smartphones en tablets.

Modified broad match: Zoekopdrachten die niet volledig overeenkomen met de gekozen zoekwoorden. Hierin worden dan zoekopdrachten meegenomen die een lagere frequentie kennen.

N

Native advertising: Een vorm van adverteren op andermans website waarbij de kwaliteit van de content zo hoog mogelijk blijft. Hierdoor zal de gebruiker amper merken dat het een gesponsord bericht is.

Navigeren: Het kiezen van verwijzingen, informatie ophalen en het bekijken van verschillende websites op het internet.

Nieuwe bezoekers: Iemand die in een bepaalde periode de website voor het eerst heeft bezocht. Let wel, na het verwijderen van de cookie of bij het gebruiken van een andere browser of apparaat wordt dezelfde persoon ook beschouwd als een nieuwe bezoeker. Een cookie is twee jaar geldig dus ook na deze periode kan dezelfde persoon als nieuwe bezoeker gemeten worden.

No-follow link: Een link die niet wordt ‘gevolgd’ door de zoekmachine, met een no-follow link geef je andere websites geen waardering, zodat zij niet kunnen profiteren van de link.

O

Off Page SEO: Een optimalisatie van alle onderdelen buiten jouw eigen website die de ranking binnen de zoekmachine kunnen verhogen. Off page SEO is onder te verdelen in drie pijlers: externe linkbuilding, local SEO en social media.

On Page SEO: Een optimalisatie van alle onderdelen binnen jouw eigen website die de ranking binnen de zoekmachine kunnen verhogen. On page SEO is onder te verdelen in drie pijlers: techniek, content en user experience.

Online Funnel: Een denkbeeldige trechter dat het proces in kaart brengt om mensen te leiden van bezoekers (bereik), naar interactie, naar lead, tot klant (conversie). De acties die hiervoor ondernomen moeten worden, komen daarmee inzichtelijk in beeld.

Online Monitoring: Hiermee houden bedrijven in de gaten wat gezegd wordt over hun organisatie op social media kanalen en de online media. Dit kan via verschillende tools gedaan worden.

OPE model: Ook wel het Owned, Paid, Earned model genoemd. Hierin komen verschillende marketing middelen te staan die gecategoriseerd worden onder de verschillende onderdelen.

Organisch verkeer: Bezoeken uit organische zoekresultaten van een zoekmachine. Deze bezoekers hebben geklikt op een resultaat van de zoekmachine na een zoekopdracht. Google Google Ads verkeer valt hier niet onder, omdat men hiervoor betaalt.

Owned Media: Alle media die het bedrijf zelf bezit, zoals een social media kanaal of een website.

P

Pacing: Dit is de tijd tussen het tonen van dezelfde advertentie binnen de gekozen audience op hetzelfde kanaal. De hoeveelheid vertoningen in een bepaalde periode heeft effect op de conversieratio en op de CPA.

Pagina autoriteit: Een cijfer tussen de 0 en de 100 die de SEO-kracht weergeeft van een losstaande pagina op een website. De pagina autoriteit draagt uiteindelijk bij aan de algehele domeinautoriteit van een website.

Pagina’s per sessie: Een getal dat aangeeft hoeveel pagina’s er gemiddeld per bezoek worden bekeken. Wanneer iemand bijvoorbeeld via een zoekopdracht op een pagina komt en vervolgens twee keer doorklikt, dan zijn dat drie pagina’s per sessie (bezoek).

Paid Media: Alle uitingen in media van anderen waar men betaalt voor de vertoning van de uitingen.

Performance marketing: Een vorm van marketing waaronder alle betaalde conversie inzet valt. Wat veel wordt gebruikt binnen performance marketing is SEA, social advertising, display en affiliate marketing.

Platform: Een digitale plek waar ruimte is voor discussie, samenwerking en overleg. Dit kan een website zijn maar ook een webshop of ander digitaal verzamelpunt waar klanten kennis maken met het merk, een dienst of een product.

Poll: Een mini-opiniepeiling. Men stelt een vraag aan de bezoekers van de website en geeft de keuze uit drie of vier antwoordmogelijkheden te geven. De bezoeker geeft met een simpele muisklik zijn of haar antwoord. Vaak zijn de resultaten real-time te volgen.

Prospecting audience: Een doelgroep die niet eerder is benaderd en bestaat uit nieuwe potentiële klanten.

Q

Quick Wins: Snelle verbeterpunten, die RED IVY meteen na akkoord van de opdrachtgever kan oppakken, waarmee op korte termijn groei gerealiseerd kan worden. Dit wordt ook wel Quick Fixes genoemd.

R

RAD Model: Bestaat uit de onderdelen: Retention, Acquisition en Development. Aan de hand van het model worden verbeteringen en optimalisaties doorgevoerd op de respectievelijke onderdelen.

Ranking: De positie van website/website pagina in de zoekresultaten. Dit kan per website, per locatie, per apparaat en per tijdstip verschillen. De domeinautoriteit bepaalt uiteindelijk de ranking van een website.

Referral: Ook wel ‘verwijzing’ genoemd. Dit geeft een bezoeker aan die afkomstig is van een andere website, bijvoorbeeld doordat hij op een link heeft geklikt die op een externe blog stond.

Responses: Het aantal reacties op een enquête waaruit de resultaten vloeien van het onderzoek dat uitgevoerd wordt. Dir wordt ook wel numeriek aangegeven met “N=getal”.

Responsive: Een betekenis die aangeeft dat een website optimaal werkt voor de gebruiker op meerdere apparaten. De website reageert daarnaast ook qua afmetingen wanneer de gebruiker verandert van een groot scherm naar een klein scherm.

Retargeting audience: Een doelgroep die opnieuw wordt benadert via een online marketing kanaal. Bijvoorbeeld: personen die al eens een bepaalde website pagina hebben bezocht.

Retention: De inspanningen van een bedrijf die bedoeld zijn om bestaande klanten te behouden Dit wordt weergegeven in een percentage dat aangeeft hoe goed het bedrijf zijn klanten kan behouden. De churn rate geeft aan hoeveel klanten wegvallen als klant na een bepaalde periode.

ROI (Return on Investment): De opbrengsten van het geïnvesteerde geld in een project. Wanneer er minder opbrengsten dan de investering zijn binnen gekomen, dan is de ROI een negatief getal. De ROI kan ook over een heel bedrijf berekend worden.

ROPO (Research Online, Purchase Offline): Online ervoor zorgen dat de doelgroep uiteindelijk hun aankopen doen op een fysieke locatie.

S

SEA (Search Engine Advertising): Betaald adverteren in de zoekmachine. Door te adverteren in zoekmachines kan men zeer specifiek op een bepaalde doelgroep richten. Het verschil met SEO is dat voor SEA betaald wordt voor het tonen van de website in de zoekresultaten.

SEM (Search Engine Marketing): Het specialisme dat webpagina’s vindbaar maakt bij zoekmachines. Dit gebied wordt onderverdeeld in SEO en SEA.

SEO (Search Engine Optimization): Zoekmachineoptimalisatie, een verzameling van technieken die gericht zijn op het optimaliseren van websites of internetpagina’s voor een hogere vindbaarheid door zoekmachines.

SERP (Search Engine Result Page): De pagina die weergegeven wordt na het intypen van een zoekwoord, inclusief alle zoekresultaten.

Sitemap: Een gestructureerd overzicht van de website waarop alle pagina’s van de website tekstueel vermeld staan. Dit is tevens de blauwdruk in hoe Google de website leest.

Short-tail keyword: Alle zoekopdrachten van 1,2 of 3 woorden.

Social Media Advertisement: Betaalde advertenties op social media kanalen waar dit mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld op Facebook ingezet worden om meer bereik te halen. Dit bereik wordt aangetoond als betaald. Deze posts zijn te herkennen aan het kopje “Gesponsord”.

Social Media: Platformen waar gebruikers met elkaar of bedrijven in contact komen. Populaire social media kanalen zijn onder andere Facebook, Twitter, LinkedIn, WhatsApp, Pinterest, Tumblr en Instagram.

Social verkeer: Het verkeer dat op de website komt middels een verwijzing vanuit social media.

Survey: Zie enquête.

T

Targeting: Het aanpassen van reclame-uitingen van adverteerders

Terugkerende bezoekers: Bezoekers die de website al een keer eerder bezocht hebben. Google Analytics meet dit door middel van een cookie.

Touchpoints: Zie contactmomenten.

Traffic: Zie bereik.

U

Uiting: De manier waarop de gekozen boodschap naar buiten wordt gedragen en dus datgene wat de klant ziet van het bedrijf. Dit is zowel op online als offline van toepassing.

Upselling: Een verkoopstrategie waarbij de verkoper suggesties doet aan een klant om ook gerelateerde producten en diensten af te nemen.

URL: Het adres van een website, bijvoorbeeld “www.redivy.nl”.

Usability test: Een test die zich richt op één gebruiker per test. Bij een usability test krijgt men resultaten die gaan over hoe een gebruiker de site gebruikt, de teksten en functies beleeft en begrijpt.

User Experience (UX): Een term waarbij wordt gekeken naar de algehele ervaring van een gebruiker op een website. Hierin wordt bijvoorbeeld gekeken naar de interactie tussen de gebruiker en de producten van de website of de mate waarin de gebruiker navigeert door de website.

UTM-code: Een herleidbare code die toegevoegd wordt aan de URL waarmee men bezoekers kan volgen om te zien of de verwijzing succesvol is of niet.

V

Vervuilde data: Data binnen Google Analytics die van binnen het bedrijf zelf afkomstig is of externe bezoekers die niet bestaan zoals een robot die vaak een website bezoekt. Dit kan gefilterd worden uit Google Analytics, om zo een beter beeld te krijgen van wie de echte bezoekers zijn.

Volgers: Fans of personen die de pagina van het bedrijf liken op social media.

W

Webcare: De klantenservice via het internet. Dit is bijvoorbeeld reageren op vragen en klachten via social media (Facebook, Twitter en Whatsapp). Dit kan ook via een automatisch chatprogramma op de website of e-mail gaan.

Z

Zoekgedrag: De woorden die de doelgroep gebruikt om te zoeken naar producten of diensten die te vergelijken zijn met het bedrijf.

Zoekopdracht combinaties: Zoekwoorden die aangevuld worden met extra woorden. Die worden met een + aangegeven. Een voorbeeld hiervan is “laptops” als zoekwoord. Men kan dan +online toevoegen, waardoor ook combinaties als “laptops online” mee worden genomen in een SEA campagne.

Zoekvolume: Hoe vaak er op een bepaald woord gezocht wordt. Dit kan variëren van 10 keer per dag tot 100.000 per dag.

Zoekwoorden: De woorden die gebruikt worden voor een SEA en SEO campagne. In SEA wordt er geld geboden op de relevante zoekwoorden voor het bedrijf. Binnen SEO worden deze geoptimaliseerd zodat het bedrijf zo hoog mogelijk scoort in de zoekmachines. Zoekwoorden worden ook wel keywords genoemd.

ZoekwoordenonderzoekEen analyse van zoekwoorden (ook wel zoekopdrachten, zoektermen of keywords genoemd) die het zoekgedrag van de doelgroep inzichtelijk maakt en de kansen weergeeft voor nieuwe markten of content, Aan de hand van deze analyse kan men gericht en structureel werken aan het verbeteren van de oude pagina’s of het creëren van nieuwe pagina’s. Er worden nieuwe zoekwoorden gevonden die geoptimaliseerd zijn voor het bedrijf.

cindy adriaansen red ivy

Geschreven door Cindy Adriaansen

Digitaal specialist bij RED IVY

Vanuit een pragmatische aanpak vertaalt Cindy strategieën en bedrijfsdoelstellingen naar concrete actieplannen, campagnes en conversiefunnels, en/of ontwikkel ik digitale producten. Wil je meer artikelen van Cindy lezen? Klik op de knop.

definities online marketing